Op 19 september 2023 heeft het kabinet Rutte IV de fiscale maatregelen in de wetsvoorstellen van het pakket Belastingplan 2024 bekend gemaakt. De belangrijkste maatregelen van Prinsjesdag 2023 voor particulieren op een rijtje:
1. Inkomstenbelasting en toeslagen
De tarieven in de inkomstenbelasting worden iets verhoogd. Het basistarief wordt per 1 januari 2024 verhoogd van 36,93% naar 36,97%. Het toptarief blijft in 2024 49,50%.
2. Heffingskortingen
De algemene heffingskorting wordt verhoogd en gaat van € 3.070 naar € 3.374 voor niet AOW-gerechtigden. Voor AOW-gerechtigden wordt de algemene heffingskorting verhoogd van € 1.583 naar € 1.741. De ouderenkorting en de alleenstaande-ouderenkorting worden ook verhoogd. De ouderenkorting wordt verhoogd naar € 2.017 en de alleenstaande-ouderenkorting naar € 526.
3. Verhoging KGB
Het kabinet stelt een zestal aanpassingen van het kindgebonden budget voor bovenop de jaarlijkse inflatiecorrectie. Deze aanpassingen volgen uit het Belastingplan 2023. Het verhogen van het maximumbedrag van het eerste kind met € 750,- per jaar;
1. Het verhogen van het maximumbedrag voor het tweede en volgende kind met € 883,- per jaar;
2. Het verhogen van het extra kindgebonden budget voor kinderen van 12 jaar tot 16 jaar met € 400,- per jaar;
3. Het verhogen van het extra kindgebonden budget voor kinderen van 16 en 17 jaar met € 400,- per jaar;
4. Het verlagen van het extra kindgebonden budget voor alleenstaande ouders (alleenstaande-ouderkop) met € 619,- per jaar;
5. Het verlagen van de inkomensdrempel voor de berekening van een korting op het kindgebonden budget voor ouderparen (de inkomensafbouwgrens) met € 11.111,- per jaar.
4. Verlaging van de eigen bijdrage in de huurtoeslag
De eigen bijdrage in de huurtoeslag gaat in 2024 omlaag met € 34,67.
5. Box 2
Het huidige box 2-tarief bedraagt 26,9%. Met ingang van 2024 krijgt box 2 twee schijven. De eerste schijf belast een bedrag van € 67.000 aan box 2-inkomsten per persoon tegen een tarief van 24,5% en voor de tweede schijf is een tarief van 31% van toepassing.
6. Verhoging tarief box 3 in 2024 en niet indexeren heffingsvrij vermogen
Het kabinet stelt voor om het tarief in box 3 in 2024 met 2%-punt te verhogen tot 34%. Daarnaast stelt het kabinet voor om het heffingsvrije vermogen in box 3 niet te indexeren met ingang van 1 januari 2024. Daardoor blijft het heffingsvrije vermogen € 57.000 (€ 114.000 voor fiscale partners gezamenlijk).
7. Verfijningen en verduidelijking van box 3
Er komen enkele verfijningen in de berekening van het rendement. Het betreft de volgende: .
1. Aandeel in een VvE en geld op een derdengeldenrekening onder banktegoeden scharen. Voorgesteld wordt deze aanpassing met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2023 te laten gelden;
2. Het kabinet stelt voor om onderlinge vorderingen en schulden in box 3 tussen fiscale partners en tussen ouders en minderjarige kinderen te defiscaliseren. Voorgesteld wordt deze aanpassing eveneens met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2023 te laten gelden.