De SBI-codes gaan veranderen. Check je gegevens

Je bedrijf of organisatie heeft een of meerdere SBI-codes. Deze staan in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel en zijn gekoppeld aan je activiteitenomschrijving. De codes laten zien wat je bedrijf of organisatie doet.

KVK vervangt van 5 tot en met 8 september 2025 in het Handelsregister indien nodig de huidige SBI-code(s) door een of meerdere nieuwe. Daarbij wordt gekeken naar de omschrijving van je activiteiten en kiezen de SBI-code die daarbij hoort. Controleer daarom in Mijn KVK of de omschrijving van je activiteiten en je SBI-code(s) nog kloppen. Log in met DigiD en pas je activiteitenomschrijving aan als deze niet (meer) klopt. Als je wilt kun je daar ook zelf een voorstel doen voor een passende SBI-code.

Risico verkeerde SBI-code

Als je activiteitenomschrijving niet (meer) klopt, heb je ook niet de juiste SBI-code(s). Je kunt dan problemen krijgen. Je krijgt mogelijk niet de subsidie waar je recht op hebt, de bank weigert je lening of je betaalt meer geld dan nodig aan je verzekering. De overheid, banken en andere organisaties gebruiken je SBI-code(s) bijvoorbeeld om te bepalen:

  • of je een subsidie kunt krijgen
  • of je mee moet doen aan een verplicht pensioen
  • of je geld kunt lenen
  • wat je verzekeringspremie is

Gaat je bedrijf of organisatie nieuwe activiteiten uitvoeren of stoppen met bepaalde activiteiten? Of verandert de volgorde van je belangrijkste activiteiten? Geef dit dan altijd direct door via Mijn KVK of via het wijzigingsformulier.

Wat is een SBI-code?

Een SBI-code is een vier- of vijfcijferige code die aangeeft wat een bedrijf of organisatie doet. SBI is de afkorting van Standaard Bedrijfsindeling. Alle bedrijven en organisaties die zich inschrijven bij KVK krijgen een of meerdere SBI-codes. Voor elke activiteit krijg je een aparte SBI-code.

De Standaard Bedrijfsindeling wordt gemaakt door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Daar vind je ook het overzicht van alle SBI-codes.

Waarom nieuwe SBI-codes?

De SBI-codes veranderen ongeveer elke 15 jaar. Dit wordt op Europees niveau geregeld. Dit gebeurt omdat er nieuwe bedrijfsactiviteiten ontstaan en oude verdwijnen. Denk bijvoorbeeld aan nieuwe activiteiten rondom milieu- en duurzaamheid. Of de opkomst van platformbedrijven zoals marktplaatsen en vergelijkingssites. Er zijn ook activiteiten verdwenen, zoals videotheken.

Door de wijziging passen de codes weer bij de actuele werkelijkheid. Ook sluiten de codes zo beter aan bij Europese landen om ons heen. Internationale rapporten en statistieken kunnen dan beter worden vergeleken.

Opvallende veranderingen

Sommige codes veranderen helemaal. Daarnaast krijgen codes die uit vier cijfers bestaan er een extra getal bij (een nul).

Er waren twee aparte codes voor online verkoop en verkoop via fysieke winkels. Hier is vanaf september nog maar één code voor omdat veel bedrijven fysieke en online verkoop combineren.

Er komen ook nieuwe codes bij, zoals de code voor ‘bemiddeling en tussenpersonen’. Dit zijn marktplaatsen en vergelijkingssites.

Meer informatie vind je op cbs.nl/sbi.

Nieuwe wetten en regels voor ondernemers vanaf 1 juli 2025

Ondernemers krijgen vanaf 1 juli 2025 te maken met nieuwe wetten, wetswijzigingen en regels.

Wetswijzigingen vanaf 1 juli 2025

European Accessibility Act: producten en diensten volledig toegankelijk

Lever je online diensten? Vanaf 28 juni 2025 moeten die toegankelijk zijn voor iedereen, ook voor mensen met een beperking. Denk bij online diensten aan het afsluiten van verzekeringen, het boeken van tickets of verkoop van producten in een webshop.

Websites en apps moeten vanaf 28 juni gebruiksvriendelijk zijn voor mensen met een beperking in zicht, gehoor of bewegen. Het doel is dat iedereen zelfstandig kan deelnemen aan de samenleving.

Neutrale verpakking voor e-sigaretten en sigaren

E-sigaretten (vapes) en sigaren krijgen een neutrale verpakking. Vanaf 1 juli 2025 mogen op de verpakkingen geen aantrekkelijke kleuren, logo’s of teksten meer staan.

Pakjes sigaretten en shag hebben vanaf 1 oktober 2020 al een neutrale verpakking. De neutrale verpakking is één van de maatregelen om roken minder aantrekkelijk te maken en zo het aantal rokers te verminderen.

Minimumloon gaat omhoog

Heb je personeel in dienst en betaal je het minimumloon? Het wettelijk minimumloon gaat omhoog en is vanaf 1 juli 2025 voor werkenden ouder dan 20 jaar 14,40 euro per uur.

Op de website van Rijksoverheid vind je de brutobedragen per maand, week of dag. Het minimumloon wordt ieder half jaar aangepast.

Bijzondere bromfietsen hebben kenteken nodig

Verkoop je bijzondere bromfietsen? Vanaf 1 juli 2025 moet zo’n bromfiets een kentekenplaat hebben. Zo kan iedereen zien dat de bromfiets de weg op mag. Een bijzondere bromfiets is een licht voertuig dat maximaal 25 kilometer per uur rijdt zoals een BSO-bus of een kickbike.

Voor bijzondere bromfietsen die nu al op de weg rijden, geldt een overgangstermijn. Na invoering van de kentekenplicht hebben gebruikers een jaar de tijd om zich aan te melden bij de RDW.

Geen verpandingsverboden meer

Bedrijven mogen hun openstaande facturen vanaf nu gebruiken om een lening te krijgen. Afspraken die dat verbieden, de zogenaamde verpandingsverboden, zijn niet meer geldig. Daardoor moet het makkelijker zijn geld te lenen.

LET OP: De ingangsdatum van onderstaande nieuwe wetten is nog niet definitief. Waarschijnlijk gaan die wel op 1 juli 2025 in.

Besturen van zwaardere duurzame voertuigen met rijbewijs B

Rijd je een elektrische bedrijfswagen voor je bedrijf? En weegt die maximaal 4.250 kilo? Dan mag je medewerker die bedrijfswagen straks ook besturen met rijbewijs B. Nu mag je een elektrische bedrijfswagen met rijbewijs B besturen tot maximaal 3.500 kilo.

Zo kunnen ook medewerkers zonder speciaal rijbewijs in een zwaarder duurzaam voertuig rijden. Dat moet ervoor zorgen dat milieuvriendelijke vervoersmiddelen meer worden gebruikt.

Rijles geven met rijbewijs B in zwaardere elektrische auto’s

Geef je rijles en heb je alleen rijbewijs B? Dan mag je vanaf 1 juli 2025 ook in zwaardere elektrische voertuigen lesgeven. Het voertuig mag maximaal 4.250 kilo wegen. Dat is nu maximaal 3.500 kilo. Je moet wel minimaal 2 jaar je rijbewijs B in bezit hebben.

Nieuw registratiesysteem voor taxi’s

Als taxi-ondernemer krijg je te maken met een nieuw registratiesysteem voor taxiritten: de Centrale Database Taxivervoer (CDT). De ritgegevens geef je daarmee door aan de ILT (Inspectie Leefomgeving en Transport). Die controleert de gegevens en kijkt of taxichauffeurs zich aan de regels houden.

De wetswijziging gaat waarschijnlijk in op 1 juli 2025. Er is een overgangsperiode tot januari 2028. Zo hebben taxi-ondernemingen de tijd om over te stappen op het nieuwe systeem.

De ingangsdatum van onderstaande nieuwe wetten is in augustus 2025.

Slimme apparaten moeten veiliger

Slimme apparaten die met internet verbonden zijn, moeten straks voldoen aan strengere veiligheidsregels. Denk aan routers, camera’s, lampen en babyfoons. Vanaf 1 augustus 2025 moeten die apparaten een sterk wachtwoord hebben, dat de gebruiker zelf maakt. Ze moeten ook updates krijgen en persoonlijke gegevens beschermen en beheren. In de Europese Unie (EU) is het vanaf augustus verboden onveilige producten op de markt te brengen.

Tachograaf type 2 verplicht op bestaande vrachtwagen

Alle vrachtwagens voor internationaal vervoer moeten op 19 augustus 2025 een slimme tachograaf type 2 (SMT2) hebben. Een tachograaf registreert de rij- en rusttijden, de snelheid en de afgelegde afstand van een voertuig.

Vrachtwagen met een digitale of analoge tachograaf moesten al voor 2025 overstappen naar de SMT2. Nu moeten ook trucks met een SMT1 eraan geloven. Voor 19 augustus moet die tachograaf plaats hebben gemaakt voor de SMT2.

De ingangsdatum van deze nieuwe wetten is nog niet definitief. Waarschijnlijk gaan deze wetten in de tweede helft van 2025 in.

Bingo mag weer op plekken met alcoholvergunning

Het is weer toegestaan om bingo te organiseren in horecazaken met een alcoholvergunning. Dat was eerder niet mogelijk door de regels van de Alcoholwet. Die wet wijzigt waarschijnlijk na de zomer van 2025. Daardoor mag je weer bingo houden in cafés en andere horecazaken.

Je moet wel aan deze voorwaarden voldoen:

  1. Je houdt bingo zonder dat je winst maakt.
  2. De maximale prijs per ronde is 400 euro.
  3. Je moet het organiseren met een Nederlandse vereniging die in ieder geval al 3 jaar bestaat en zich niet richt op gokken.

Data Act: eerlijke toegang tot gegevens

De systemen van je bedrijf moeten voldoen aan de Europese Data Act. Daardoor moet je gegevens van apparaten, zoals machines of voertuigen, makkelijker kunnen delen. Bijvoorbeeld voor onderhoud of het verbeteren van bedrijfsprocessen.

Je moet ook zorgen dat je klanten die gegevens kunnen delen met andere partijen. De wet moet je meer flexibiliteit geven in het gebruik van gegevens en de keuzevrijheid van je klanten vergroten.

NIS2-Richtlijn: bescherming tegen cyberbeveiligingsrisico’s

Heb je een bedrijf in een belangrijke sector? Zoals energie, zorg of vervoer? Dan moet je vanaf 2025 voldoen aan nieuwe regels: de NIS2-richtlijn. Deze regels zijn in oktober 2024 ingegaan in de EU en moeten zorgen voor betere digitale veiligheid. Je moet risico’s beperken, aanvallen snel melden en veilige systemen gebruiken.

De regels gelden voor grote bedrijven met minimaal 50 werknemers of een hoge omzet. Maar ook kleinere bedrijven kunnen onder de regels vallen, bijvoorbeeld als ze diensten of producten leveren die onmisbaar zijn voor een groter bedrijf in die sector. De overheid controleert of je de wet goed naleeft.

CER-Richtlijn: bescherming van kritieke Infrastructuur

Naast de NIS-richtlijn die hierboven staat beschreven, komt de overheid met nog meer strenge regels voor bedrijven in belangrijke sectoren zoals energie, zorg en vervoer. Die moeten risico’s op tijd herkennen en maatregelen nemen om schade te voorkomen.

Denk aan risico’s als sabotage, natuurrampen of brand. Ook moet je grote storingen snel melden. Zo help je mee de gevolgen voor de samenleving en economie te beperken. De regels zijn in oktober 2024 al ingegaan in de EU en gelden vanaf oktober ook in Nederland.

Zo komt een wet tot stand
Het wetgevingstraject bestaat uit veel stappen. Daardoor kan het lang duren voordat een wet echt ingaat. Een nieuwe wet begint met een wetsvoorstel. Als dat voorstel door de Tweede Kamer is aangenomen, gaat het naar de Eerste Kamer. Als die het voorstel aanneemt, ondertekent de Koning de wet en publiceert de regering de nieuwe wet in het Staatsblad.

In een nieuwe wet staat op welke datum die ingaat. Of er staat in de wet dat de overheid de ingangsdatum later bekendmaakt in een Koninklijk Besluit (KB).

Toezicht en handhaving wetten
In Nederland zorgen verschillende instanties voor het toezicht op en de handhaving van wetten.

Zo zijn er toezichthouders die controleren of iedereen zich aan de wet houdt. Voorbeelden daarvan zijn de Autoriteit Financiële Markten (AFM), de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ).

Ook gemeenten, politie en het Openbaar Ministerie zorgen ervoor dat mensen en organisaties zich aan de regels houden. Denk aan het uitvoeren van een controle of voorlichting en advies.

Als iemand een wet overtreedt, kunnen toezichthouders of handhavingsorganisaties straffen opleggen. Dat verschilt van een boete tot het eisen van een gevangenisstraf. De hoogte van de straf hangt af van de ernst van de overtreding.

Wettelijke garantie of extra garantie? Dit moet je bieden

Je klant heeft recht op wettelijke garantie bij het kopen van jouw (digitale) producten of diensten. Naast je wettelijke verplichting tot een goed product, kun je ook nog extra fabrieksgarantie of verkopersgarantie bieden. Denk aan levenslange garantie op reparatie of garantie bij diefstal of waterschade. Met die extra garantie verleen je een aanvullende service aan je klanten. Lees wat je wettelijk verplicht bent en wat je extra kunt bieden als garantie.

Slim garantiebeleid kan een potentiële klant over de streep trekken. Je belooft de klant immers iets wat je concurrenten wellicht niet bieden: langdurig plezier van je product. Wettelijke garantie is verplicht, commerciële garantie is optioneel. Levenslange garantie bijvoorbeeld is een vorm van commerciële garantie. Dat betekent dat jij als verkoper vrijwillig de wettelijke termijn of wettelijke voorwaarden verlengt, als extra service voor je klant.

Verplicht: wettelijke garantie

Wettelijke garantie is het recht van je klant op een goedwerkend product. Het product moet doen wat je belooft, mag niet beschadigd zijn en de kwaliteit moet in verhouding zijn met de prijs en het merk. Voldoet het niet aan deze criteria? Dan heeft de klant recht op een nieuw product, reparatie of teruggave van geld. Daarnaast geldt:

  • Meldt je klant binnen een jaar na aankoop dat je product niet deugt? Als je ervan overtuigd bent dat je product wel deugt maar dat het gebrek bijvoorbeeld ontstaan is door verkeerd gebruik van je klant, moet je dat verkeerde gebruik bewijzen. Dit heet omgekeerde bewijslast.
  • Het garantieformulier moet geschreven zijn in duidelijke taal. Een helder garantieformulier beschrijft de procedure en garantievoorwaarden. Beschrijf hierin ook hoe de wettelijke garantie eruitziet en wanneer de commerciële garantie ingaat. Beloof jij dat je elektrische tandenborstel tien jaar meegaat? Dan is de wettelijke garantie tien jaar. Bied je levenslange garantie op je elektrische tandenborstel? Dan gaat de commerciële garantie na tien jaar in.
  • Verkoop je een digitaal product of een product met een digitaal element, zoals bijvoorbeeld een smartphone of een koelkast met wifi-verbinding? Als de software niet meer werkt en een gebrek aan updates blijkt de oorzaak, mag de ACM je met deze nieuwe wet een straf opleggen voor het gebrek aan een update. Dat kan bijvoorbeeld een boete zijn.

Optioneel: commerciële garantie

Commerciële garantie wordt ook wel fabrieksgarantie of verkopersgarantie genoemd. Als maker kun je fabrieksgarantie bieden. Als verkoper kun je verkopersgarantie bieden. Je belooft de klant een extra dienst zoals levenslange duur, reparatie of de garantie bij diefstal. Commerciële garantie is niet verplicht. Je kunt er zelfs geld voor vragen. Bied je garantie tegen betaling, hou dan rekening met de verschillen tussen betaalde garantie en verzekering. Als je een verzekering aanbiedt, kan de Nederlandse Bank je zien als verzekeringsbedrijf en heb je een vergunning nodig. Welke vorm van commerciële garantie je ook belooft, je moet het wel nakomen.

Bescherm jezelf met garantievoorwaarden

Bied je commerciële garantie aan? Stel dan duidelijke garantievoorwaarden op. In de voorwaarden omschrijf je het volgende:

  • De vorm van de garantie: benoem wat je garandeert en wat juist niet. Je kunt bijvoorbeeld een aantal jaar garantie op een elektrische tandenborstel bieden, maar niet op de opzetborstels. Leg je oplossing uit. Als je aangeeft dat je reparatie aanbiedt, kan de klant achteraf geen nieuw product eisen. Geef aan of je klant een garantiebewijs nodig heeft en wat precies als garantiebewijs geldt.
  • Eventuele registratie: wil je dat klanten het gekochte product registreren met bijvoorbeeld een serienummer? Vraag dan meteen hun e-mailadres en of ze toestemming geven om e-mails van jou te ontvangen. Zo kun je je klanten op de hoogte houden van bijvoorbeeld beveiligings- en software-updates.
  • De tijdsduur van de garantie: houd rekening met de wettelijke garantietermijn en de commerciële garantietermijn. Geef aan wanneer de garantie in gaat, bijvoorbeeld op de dag van aankoop, of de dag waarop het product bij de klant is geleverd.
  • De bezorgkosten van nieuwe onderdelen.
  • De oplossing die je biedt als het product niet meer leverbaar is.

Zet geld apart voor reparaties

Het reserveren van een deel van je begroting voorkomt verrassingen. In de productindustrie is het heel normaal om met foutmarges te werken en deze zo laag mogelijk te houden. Je kunt alles nog zo goed geregeld hebben, er bestaat altijd een kans dat een batch onderdelen mislukt door een machinefout of een menselijke fout. Bekijk eens wat je het afgelopen jaar kwijt was aan reparaties en vervanging van producten. Reserveer dat bedrag voor het komende jaar.

Garantie bij een fusie of bedrijfsovername

Heb jij als ondernemer een bedrijf overgenomen? Dan moet je ook alle garantievoorwaarden die zijn afgesproken met bestaande klanten overnemen. Bij een juridische fusie of bedrijfsovername neem je altijd de bijbehorende verplichtingen over. Raadpleeg de pagina Hulp bij bedrijfsoverdracht als je hier vragen over hebt.

Ketenaansprakelijkheid: betaal geen onnodige belasting

Btw betalen voor een ander? Liever niet! Als je een werknemer leent of een bedrijf inhuurt om een deel van jouw klus te doen, loop je dat risico. Lees hoe je om kan gaan met die ‘ketenaansprakelijkheid’ en hoe een G-rekening daarbij helpt.

Wat is ketenaansprakelijkheid?

Ketenaansprakelijkheid kan ontstaan als jij een ander bedrijf inhuurt om een deel van je opdracht te doen. Dat bedrijf kan ook weer een ander bedrijf inhuren voor een deel van het werk. Zo ontstaat dan een ‘keten’ van bedrijven.

In zo’n keten werken verschillende bedrijven die verplicht zijn om loonheffing te betalen. Loonheffing is de verzamelnaam voor loonbelasting en premie volksverzekeringen (zoals AOW-premies). Meestal ligt die verantwoordelijkheid voor het betalen van loonheffing bij de ‘inhuurder’. Dat kan jouw bedrijf zijn bijvoorbeeld, omdat je een aannemer hebt ingehuurd. Maar als die aannemer weer onderaannemers inhuurt, is het ingewikkelder.

Stel nou dat één van die bedrijven door geldproblemen z’n loonheffing niet kan betalen voor dit project. Dan kan de Belastingdienst elk bedrijf in de keten aansprakelijk stellen voor die kosten. Ook jouw bedrijf. Dat heet ketenaansprakelijkheid. 

Wat is inlenersaansprakelijkheid?

Een bijzondere vorm van ketenaansprakelijkheid is de inlenersaansprakelijkheid. Daarbij leen jij (inlener) een werknemer van een ander bedrijf (uitlener). Die medewerker voert dan werkzaamheden uit onder je leiding en toezicht. Inlenersaansprakelijkheid komt vooral voor bij detachering en uitzendwerk.

Als de uitlener de loonheffing niet betaalt voor die werknemer, kan de Belastingdienst de inlener aansprakelijk stellen voor die kosten. Het is maar de vraag of je dat geld vervolgens terugkrijgt van de uitlener.

Je kan de uitlener bewijs vragen dat die voldoet aan de verplichtingen bij de Belastingdienst. Dat doe je met een Verklaring betalingsgedrag inlenersaansprakelijkheid.

Welke sectoren hebben vaak met ketenaansprakelijkheid te maken?

Ketenaansprakelijkheid komt veel voor in de bouw. Bijvoorbeeld als je als hoofdaannemer een onderaannemer inschakelt en die onderaannemer ook weer een ander bedrijf inhuurt.

Maar ketenaansprakelijkheid komt ook voor in andere sectoren. Denk aan loonwerk in de landbouw of bij het maken van kleding. Het moet gaan om werk waarmee je iets tastbaars maakt. Werk dat geen tastbaar resultaat oplevert, bijvoorbeeld advies, valt niet onder ketenaansprakelijkheid.

Wat is een G-rekening?

Een G-rekening is een geblokkeerde bankrekening. Die gebruik je alleen voor de storting door je opdrachtgevers van loonheffingen en belastingen. Je kunt dat geld alleen maar overschrijven naar de Belastingdienst. Je bedrijf hoeft maar één G-rekening te hebben: die kan je voor verschillende projecten gebruiken.

Je opdrachtgever kan voorstellen dat je bedrijf en alle onderaannemers uit de keten een G-rekening openen. Het bedrag dat uiteindelijk naar de Belastingdienst moet, stort je meteen op de G-rekening van dat bedrijf.

Daarmee zorg je dat het geld veilig staat als je onderaannemer bijvoorbeeld geldproblemen heeft. Vanaf die rekening kan de onderaannemer het geld namelijk alleen overmaken naar de Belastingdienst. De rest van de betaling stort je op de normale rekening van het ingehuurde bedrijf.

Hoe open je een G-rekening?

Je vraagt een G-rekening aan bij de Belastingdienst. Als de Belastingdienst instemt met je aanvraag, stellen zij een G-rekeningovereenkomst op en sturen die per post naar je toe.

Binnen een maand moet je dan aan je bank vragen of het goed is dat je een G-rekening opent. Als je bank akkoord gaat, moet je samen met de bank de G-rekeningovereenkomst tekenen en terugsturen naar de Belastingdienst.

Heb je als zzp’er met ketenaansprakelijkheid te maken?

Meestal is een zzp’er in dit soort ketens de partij die wordt ingehuurd. Maar ook dan kun je met ketenaansprakelijkheid te maken krijgen. Dat gebeurt als:
•    Je zelf weer een bedrijf inhuurt om het opgedragen werk uit te voeren en dit bedrijf daarvoor personeel inzet.
•    Je iemand inleent van een uitzendbureau.
•    Je een bedrijf inhuurt uit de kledingindustrie. Voor die industrie geldt aparte wetgeving.

Als een ingehuurd bedrijf of uitzendbureau geen loonheffing of btw betaalt, kan de Belastingdienst je aansprakelijk houden voor die kosten. Alleen als je dat risico loopt, kan je een G-rekening aanvragen.

In alle andere gevallen is het voor een zzp’er niet nodig een G-rekening te hebben. Want voor jezelf betaal je geen loonheffing. Ook een aannemer hoeft voor een zzp’er die hij inschakelt nooit loonheffing te betalen.

Hoe maak je de risico’s kleiner?

Je kan de risico’s van ketenaansprakelijkheid en inlenersaansprakelijkheid kleiner maken.

Zo kan je aan een onderaannemer of uitlener vragen om een verklaring betalingsgedrag ketenaansprakelijkheid en verklaring betalingsgedrag inlenersaansprakelijkheid.

Deze verklaring geeft aan dat de onderaannemer of uitlener op dat moment alle loonheffingen en btw heeft betaald. Je weet dan dat de onderaannemer of uitlener tot nu toe zijn zaken netjes heeft geregeld, het is echter geen garantie voor de toekomst. Houd daarom zelf ook goed bij welk bedrag aan loon, loonheffing en btw de onderaannemer moet betalen. Kortom: houd een goede administratie bij. Ook kun je een deel van het geld overmaken op de G-rekening van een bedrijf.

Beslisboom ketenaansprakelijkheid

Doe de check en kom erachter of je te maken krijgt met ketenaansprakelijkheid.
Let op: voor zzp’ers gelden aparte regels.

Beslisboom inlenersaansprakelijkheid

Doe de check en kom erachter of je te maken krijgt met inlenersaansprakelijkheid.
Let op: voor zzp’ers gelden aparte regels.

Zo misbruiken oplichters je bedrijfsnaam

Bij bedrijfsnaamfraude doen oplichters alsof ze jouw bedrijf zijn. Het wordt ook wel zakelijke identiteitsfraude genoemd. Ze gebruiken hiervoor de informatie die ze op internet over je vinden. Ook via het stelen van vertrouwelijke papieren documenten of een datalek komen oplichters aan gegevens over jou en je bedrijf.

Gevolgen

Slachtoffers van bedrijfsnaamfraude merken bijvoorbeeld dat iemand anders namens hun bedrijf aankopen doet of valse facturen verstuurt. Of dat iemand zich op social media voordoet als hun bedrijf. Het kan leiden tot reputatieschade, waardoor klanten en zakenpartners je minder snel vertrouwen of zaken met je zullen doen. Ook kun je omzet verliezen wanneer geldbedragen niet naar jou, maar naar oplichters worden overgemaakt.

Er zijn verschillende vormen van bedrijfsnaamfraude:

Factuurfraude

Bij factuurfraude gebruiken oplichters je bedrijfsnaam en gegevens om je klant een nepfactuur te sturen. Die factuur lijkt veel op facturen die jij normaal gesproken verstuurd. Criminelen gebruiken je logo, je styling en zelfs je handtekening om betrouwbaar over te komen. De techniek die ze daarvoor gebruiken heet spoofing. Alleen het rekeningnummer is anders, waardoor het geld niet bij jou maar bij de oplichters belandt.

Webshopfraude

Oplichters kunnen ook de identiteit van je bedrijf misbruiken door een nepwebshop te maken. Hier bieden de criminelen allerlei producten aan die ze niet leveren. Boze klanten kloppen vervolgens bij jou aan, omdat ze denken dat de website van jou is. Misbruikt een nepwebsite je bedrijfsnaam? Controleer dan wie de site beheert op whois.com.

Social mediafraude

Als iemand op social media doet alsof die jouw bedrijf is, kun je dat melden. Social mediaplatforms als Facebook, X, Instagram en LinkedIn hebben hiervoor een speciale pagina op hun website. Zij kunnen je melding onderzoeken en het nep-account blokkeren of verwijderen.

Bestelfraude

Iemand bestelt producten op naam van jouw bedrijf, maar laat ze bezorgen op een ander adres. Jij weet niets over deze bestelling, maar krijgt wel de rekening.

Bedrijfsnaamfraude voorkomen

Het is lastig om helemaal te voorkomen dat iemand je bedrijfsidentiteit misbruikt. Dit zijn de belangrijkste maatregelen die je kunt nemen:

  • Stel een google-alert in op je bedrijfsnaam. Dan krijg je automatisch bericht als iemand je bedrijfsnaam noemt op internet. Zo zie je meteen wanneer een oplichter bijvoorbeeld een site aanmaakt onder jouw naam.
  • Ga zorgvuldig om met je bedrijfs- en persoonsgegevens, zowel online als offline. Let op welke informatie je deelt op sociale media. En gebruik een cleandeskbeleid.
  • Heb je een website? Controleer je openbare domeinnaamgegevens via Whois of SIDN. Vraag je webhostingprovider of het mogelijk is om je gevoelige informatie af te schermen. Laat wel het e-mailadres van een technisch contactpersoon staan, zodat bijvoorbeeld cybersecurityorganisaties je kunnen waarschuwen voor digitale dreigingen.
  • Heb je personeel? Informeer ze dan over frauderisico’s zoals het delen van vertrouwelijke bedrijfsgegevens.

Je bedrijfsnaam misbruikt?

Gebruikt iemand toch je bedrijfsnaam om te frauderen? Waarschuw je klanten, leveranciers en andere relaties. Bedrijfsnaamfraude is strafbaar. Maak melding bij Fraudehelpdesk en doe bij de politie aangifte van oplichting of ‘valsheid in geschrifte’. Ook kun je de identiteitsfraude melden bij het Centraal Meldpunt Identiteitsfraude (CMI).

Met 10 stappen voldoen aan AVG

Als je bedrijf of organisatie met persoonsgegevens werkt, geldt de privacywet AVG. In deze wet staat hoe je om moet gaan met persoonsgegevens.
10 stappen om te voldoen aan de privacywet:

1. Bekijk welke persoonsgegevens je verwerkt

Controleer welke persoonsgegevens je verwerkt. Persoonsgegevens zijn gegevens die iets over iemand zeggen. Denk daarbij aan een naam, adres en telefoonnummer. Maar ook aan klant- en personeelsnummers, aankoopgedrag op internet en video- en geluidsopnames waarop een persoon herkenbaar is.

Er zijn ook bijzondere persoonsgegevens. Die gaan bijvoorbeeld over iemands gezondheid, ras of politieke voorkeur. Tot slot zijn er gevoelige persoonsgegevens. Denk bijvoorbeeld aan het bsn-nummer en financiële gegevens. Werk je met bijzondere of gevoelige persoonsgegevens, dan moet je aan strenge regels voldoen.

2. Controleer of je een goede reden hebt om persoonsgegevens te verwerken

Je moet een goede reden ofwel ‘grondslag’ hebben om persoonsgegevens te verwerken.

In de AVG staan zes grondslagen:

  1.  Je hebt toestemming van de persoon om wie het gaat. Voorbeeld: Iemand wil jouw nieuwsbrief ontvangen en klikt op ‘ja’ om toestemming te geven.
  2. Je moet persoonsgegevens bewaren om een overeenkomst uit te voeren. Voorbeeld: Een klant bestelt een product online. Je gebruikt de adresgegevens om het product te bezorgen. 
  3. Je bent wettelijk verplicht om gegevens te bewaren. Voorbeeld: Je bewaart salarisgegevens van je werknemers omdat de wet dit voorschrijft.
  4. Je bewaart persoonsgegevens om iemands leven of gezondheid te beschermen. Voorbeeld: Bij een ongeluk geeft een arts medische informatie door aan hulpdiensten om levens te redden.
  5. Het is nodig om persoonsgegevens te bewaren om een taak van algemeen belang te vervullen of openbaar gezag uit te oefenen. Voorbeeld: Een gemeente gebruikt persoonsgegevens om een paspoort aan te vragen of verkiezingen te organiseren.
  6. Je bewaart persoonsgegevens om een belang van de organisatie te beschermen. Dat belang moet zwaarder wegen dan de rechten van betrokkenen. Voorbeeld: Een bedrijf gebruikt beveiligingscamera’s om diefstal in een winkel te voorkomen.

3. Bekijk of je een functionaris nodig hebt

Sommige organisaties moeten een functionaris gegevensbescherming hebben. Die functionaris controleert of een organisatie de AVG goed toepast en zich aan de privacyregels houdt. Ook geeft de functionaris advies. 

De onafhankelijke functionaris is verplicht bij:

  1. Overheden en publieke instellingen.
  2. Bedrijven die veel mensen volgen. Bijvoorbeeld met camera’s of door gezondheidsgegevens te monitoren.
  3. Bedrijven die veel bijzondere persoonsgegevens bewaren. Denk aan bijvoorbeeld aan medische gegevens.

4. Controleer of een risico-analyse verplicht is

Als je met persoonsgegevens werkt die een hoog privacyrisico hebben, moet je een data protection impact assessment (DPIA) uitvoeren. Dat is een onderzoek naar de gevaren. Zijn de risico’s hoog? Dan moet je maatregelen nemen om die gevaren kleiner te maken. 

Een DPIA is verplicht als je:

  1. Bijzondere persoonsgegevens verwerkt.
  2. Mensen in een openbare ruimte volgt, bijvoorbeeld met beveiligingscamera’s.
  3. Gegevens combineert om mensen in een bepaalde categorie of groep in te delen. Dat heet profilering en kun je gebruiken om iemand te benaderen of beoordelen.

5. Werk volgens ‘privacy by design’ en ‘privacy by default’

Je moet in de ontwerpfase van een nieuw product of dienst al rekening houden met de bescherming van persoonsgegevens. Dat noem je ‘privacy by design’ (privacy door ontwerp).

De standaardinstellingen van je product of dienst moeten ook privacyvriendelijk zijn. Zo mag een vakje op een webformulier niet al standaard zijn aangevinkt. Of vraag je iemand die zich wil abonneren op je nieuwsbrief niet om meer gegevens dan nodig is. Dat noem je ‘privacy by default’ (privacy door standaardinstellingen).

6. Bekijk of je een verwerkingsregister moet opstellen

Bijna alle bedrijven of organisaties bewaren persoonsgegevens van bijvoorbeeld klanten, leveranciers en personeel. Je bent al snel verplicht om een verwerkingsregister bij te houden. Dat is een overzicht van alle soorten persoonsgegevens die je verwerkt. Het register moet voldoen aan een aantal eisen.

Je legt bijvoorbeeld vast wat het doel van de gegevensverwerking is, hoe lang je de gegevens bewaart en wie er nog meer toegang hebben tot de gegevens, zoals een boekhouder of leverancier. Lees hier hoe je een verwerkingsregister AVG maakt.

7. Beveilig persoonsgegevens

In de AVG staat dat je persoonsgegevens goed moet beveiligen. Met een paar maatregelen voorkom je dat je eigen persoonsgegevens en die van je klanten in verkeerde handen vallen. Zo voorkom je een datalek en misbruik van die gegevens. Bepaal welke maatregelen daarvoor nodig zijn. Werk jij digitaal veilig? Dat controleer je met deze checklist.

8. Maak afspraken met partijen die voor jou persoonsgegevens verwerken

Werkt een ander bedrijf of een andere organisatie met persoonsgegevens die je hebt verzameld en bewaard? Bijvoorbeeld een boekhouder of accountant. Dan ben je verplicht om een ‘verwerkersovereenkomst’ af te sluiten.

Denk aan uitleg over de verwerking, geheimhoudingsplicht, beveiliging en privacyrechten. Je moet zeker zijn dat ook zij veilig met jouw data omgaan. Jij blijft verantwoordelijk.

9. Check of je aan de informatieplicht voldoet

Maak een privacyverklaring in eenvoudige taal. Zet daarin wat je doet met persoonlijke gegevens, waar je ze voor gebruikt, hoe lang je ze bewaart en waarom dat belangrijk is.

Zorg dat deze verklaring makkelijk te vinden is. Bijvoorbeeld op je website. Nieuwe en bestaande klanten hebben het recht te weten wat er met hun gegevens gebeurt. Jij moet ze daarover informeren.

10. Zorg dat personen toestemming kunnen intrekken

Als je persoonsgegevens verwerkt van bijvoorbeeld klanten, medewerkers en leveranciers, dan hebben deze personenhet recht over hun persoonsgegevens te beslissen. Een klant kan bijvoorbeeld een toestemming intrekken. Ook kan die vragen welke persoonsgegevens je over hem of haar bewaart. Zorg ervoor dat je die mogelijkheden ook biedt.

Heb je geen goede reden om persoonsgegevens te verwerken? Of heb je geen goede reden meer om die te bewaren? Dan moet je die gegevens verwijderen. Degene van wie je de gegevens hebt verwerkt of bewaart, heeft namelijk ‘recht op vergetelheid’. Dat betekent dat de organisatie deze persoon ‘vergeet’.

Personen kunnen een privacyklacht indienen bij Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Als die klacht klopt, kun je een boete krijgen.

Aan de slag met AVG

Wil je weten hoe je nog beter met persoonsgegevens om kan gaan?  Ga dan aan de slag met de de Regelhulp AVG van de Autoriteit Persoonsgegevens. De Regelhulp helpt je bij het bepalen van de invloed van de AVG op jouw bedrijf.

Acht manieren om meer opdrachten te krijgen als zzp’er

De eerste stap in het vinden van opdrachtgevers, is bepalen wie je ideale klant is en wat je plan van aanpak wordt om die klant te bereiken. Met de juiste marketing verkoop je meer diensten en je voorkomt dat je tijd en geld verspilt. Je hoeft bijvoorbeeld niet onnodig geld uit te geven aan een advertentie op het verkeerde social media platform. Of een duur kaartje te kopen voor een groot landelijk congres, terwijl je klanten vooral lokaal zakendoen.

Hieronder vind je acht manieren die andere zzp’ers succesvol inzetten om nieuwe opdrachten te vinden:

1. Ga zakelijk netwerken

Ondernemers vinden nieuwe opdrachten vooral via netwerken. Begin daarom als zzp’er met het opbouwen van een zakelijk netwerk. Ga bijvoorbeeld naar lokale zakelijke bijeenkomsten als je op zoek bent naar klanten en samenwerkingen in je eigen omgeving. Bezoek vakbeurzen, branche-specifieke conferenties of netwerkborrels waarvan je weet dat er bezoekers zijn die interesse hebben in jouw vakgebied. Websites van gemeenten bieden je vaak een overzicht van verschillende netwerkorganisaties.

2. Start met acquisitie

Met acquisitie probeer je mogelijke klanten te bereiken, een afspraak te maken of opdrachten binnen te halen. Bijvoorbeeld door promotieteams op een event, door bedrijven telefonisch te benaderen of met een advertentie op social media.

Aan de slag: Tutorial acquisitie zakelijk netwerken

3. Zet social media in

Via social media vind én bind je klanten aan je. Maar hoe? Weet op welke socialmediakanalen je mogelijke opdrachtgevers zitten en wat hen dagelijks bezighoudt. Deze informatie kun je ook gebruiken voor het bedenken van leuke posts en video’s op social media.

4. Bouw een netwerk op LinkedIn

LinkedIn richt zich op zakelijke connecties en carrière. Het biedt je als ondernemer de mogelijkheid om waardevolle content te delen die jouw expertise laat zien en waarmee je potentiële klanten aantrekt. Hier kun je in contact komen met beslissers en professionals die mogelijk interesse hebben in jouw diensten.

Aan de slag: Klanten werven via LinkedIn

5. Zet tevreden klanten in

Eerdere opdrachtgevers kunnen jou aanbevelen aan anderen. Negen op de tien consumenten leest reviews voordat ze iets kopen. Heb je tevreden klanten? Vraag dan of ze voor jou een review willen achterlaten op je website, Google Review, LinkedIn of verkoopkanalen als Bol of Amazon.

Aan de slag: Hoe verzamel je op een eerlijke manier online reviews.

6. Word gevonden door zoekmachines

Om zoveel mogelijk bezoekers en opdrachtgevers op je website te krijgen, wil je hoog scoren in zoekmachines (Search Engine Optimization: SEO). Zorg dat je website antwoord geeft op de zoekopdrachten van je klanten. Met de juiste zoekwoorden in je teksten en een duidelijke website met relevante links, vinden zoekmachines je website sneller. En klanten dus ook.

Aan de slag: Search Engine Optimization (SEO).

Wil je liever direct gevonden worden op bepaalde zoekwoorden, dan is het effectiever om te starten met zoekmachine-adverteren, ook wel Search Engine Advertising (SEA).

7. Benader media

Met online advertenties, persberichten of andere media-aandacht in kranten, magazines, vakbladen of folders kun je ook je producten of diensten onder de aandacht te brengen. Zoek een (dag)blad dat aansluit op de interesses van jouw ideale klanten.

Aan de slag

  • Kun je met jouw kennis of dienst inhaken op een thema of onderwerp dat veel in de aandacht staat? Schrijf dan een persbericht en stuur het naar verschillende media.
  • Lees 5 tips voor online adverteren in media

8. Gebruik freelance platforms of communities

Vind je het lastig om jezelf te verkopen? Dan kun je ook nieuwe opdrachtgevers vinden via bemiddelingsbureaus of platforms. Zo is er voor hoveniers, schilders of aannemers bijvoorbeeld Werkspot. Verschillende freelance opdrachten vind je bijvoorbeeld op Freelance.nl of Hoofdkraan.nl. Ben je meer op zoek naar internationale opdrachtgevers, dan is er bijvoorbeeld Upwork of Fiverr. Tot slot kun je op LinkedIn ook interessante opdrachten vinden.

Sluit je aan bij communities: Denk aan brancheverenigingen, zzp-platforms of online groepen waar jouw potentiële klanten zitten.

Nepwebshops

Fraude via nepwebshops is een groeiend probleem. In 2023 werd tenminste 16.000 keer aangifte gedaan tegen nepwebwinkels. Op 31 oktober 2024 waren al meer dan 15.000 aangiften binnen, met een gemiddelde schade van 234 euro. Bestel je bij een nepverkoper? Dan ontvang je geen product en ben je je geld kwijt. Volgens de politie was er een piek in het aantal aangiftes van aankoopfraude rond Black Friday, Cyber Monday en in december.

Politieactie voor bewustwording

Om mensen bewust te maken van het gevaar van nepwebshops, heeft de politie zélf een nepwebshop gemaakt. Op pakjedealsnu.nl staan populaire artikelen te koop voor extreem lage prijzen. Als je probeert af te rekenen, kom je op een pagina met een waarschuwing over oplichting. Honderden mensen bezochten deze nepwebsite.

Vijf checkvragen voor betrouwbaarheid

Twijfel je aan de betrouwbaarheid van een webshop? Kijk dan voor je bestelt of de webshop voorkomt op de lijst met onbetrouwbare handelaren van de politie. Staat het bedrijf hier niet bij? Stel dan de volgende vijf checkvragen.

1. Welke bedrijfsactiviteiten staan in het Handelsregister?

De kans is groot dat een oplichter heel andere producten verkoopt dan waarvoor die in het Handelsregister staat. Iemand verkoopt bijvoorbeeld populaire producten, zoals energiedrankjes of haardhout. Maar in het Handelsregister staat dat het bedrijf actief is in metaalbewerking. Vertrouw de aanbieder dan niet. Het kan een oplichter zijn die de bedrijfsnaam van iemand anders misbruikt.

2. Waar zit het bedrijf?

Lijkt het op de website een groot bedrijf met een eigen productiehal of opslagloods en staat in het Handelsregister bijvoorbeeld alleen het adres van een woning, dan klopt er iets niet. Alle adressen van een onderneming moeten in het Handelsregister staan, behalve de adressen van ondernemers met een eenmanszaak. Zij mogen sinds 2022 hun bezoekadres door KVK laten afschermen.

Vertrouw je het bedrijf en wil je zakendoen? Neem dan contact op via de gegevens die in het Handelsregister staan. Gebruik niet zomaar een telefoonnummer of e-mailadres dat op de website van het bedrijf staat. Die gegevens kunnen van een oplichter zijn.

(Andersom zullen zakenpartners jouw bedrijf soms ook in het Handelsregister opzoeken. Je bedrijf ontwikkelt zich en je situatie kan veranderen. Check daarom regelmatig of je gegevens in het Handelsregister nog kloppen.)

3. Is de website echt?

Controleer voor je zakendoet met de ScamCheck van SIDN of de website van een bestaand bedrijf is. Deze online tool laat zien of een website in Nederland geregistreerd is bij KVK. Ook checkt de tool of het SSL-certificaat nog geldig is en of de website is gebruikt bij eerdere phishingaanvallen. SIDN geeft ook tips waarmee je ziet of een online verkoper betrouwbaar is.
Gaat het om een buitenlandse aanbieder? Check de bedrijfsgegevens via een buitenlands register.

Verkoopt het bedrijf aan consumenten? Dan moeten bijvoorbeeld het bezoekadres, e-mailadres en het KVK-nummer op de website staan.

Oplichters misbruiken graag de naam van een bekende leverancier voor een nepwebsite. Wees voorzichtig en kritisch als je voor het eerst een aankoop doet bij een website. Oplichters maken zelfs documenten, stempels en namen na, zoals valse keuringsrapporten, exportdocumenten of vrachtbrieven. Ook als iemand die je kent de informatie aan je doorstuurt, moet je voorzichtig zijn. Die persoon kan samenwerken met de oplichter.

4. Kun je veilig betalen?

Betaal alleen met veilige betaalsystemen zoals creditcard, iDEAL, PayPal en ‘achteraf betalen’. Maak nooit vooraf geld over via een bankoverschrijving aan een buitenlandse bank of aan een tussenpersoon. 

5. Wat zeggen anderen over dit bedrijf?

Reviews op andere sites laten zien of eerdere klanten tevreden zijn. Ook een keurmerk geeft de betrouwbaarheid van een verkoper aan. Voorbeelden zijn Thuiswinkel Waarborg en Webshop Keurmerk. Heeft het bedrijf geen keurmerk, maar is het wel aangesloten bij een brancheorganisatie? Dan is het bedrijf bij andere bedrijven in de branche bekend. Op de website van de brancheorganisatie lees je waar bedrijven aan voldoen als ze lid zijn en welke zekerheid dit geeft voor klanten.

Twijfel je toch nog aan de betrouwbaarheid van het bedrijf? Zoek dan verder naar een andere leverancier.

Toch slachtoffer van een nepaankoop?

Ben je opgelicht door een aanbieder met een valse website? Dan kun je een paar dingen doen:

  1. Vraag je geld terug via je bank.
  2. Lukt het niet via de bank? Als je weet wie de oplichter is, kun je aan deze persoon het geld terugvragen. Hiervoor vraag je juridische hulp bij bijvoorbeeld je rechtsbijstandverzekering.
  3. Meld de oplichting bij Fraudehelpdesk en doe aangifte bij de politie.

Loonkosten verlagen met subsidies en tegemoetkomingen

Je kunt als ondernemer tegemoetkomingen of subsidies krijgen voor sommige werknemers. Daardoor worden de netto loonkosten lager. Bijvoorbeeld wanneer je iemand aanneemt die onder de Participatiewet valt.

Loonkostenvoordeel (LKV) via de aangifte loonheffingen

Neem je als werkgever iemand aan uit een doelgroep die lastig werk vindt? Dan krijg je misschien een of meer loonkostenvoordelen (LKV). De hoogte van het LKV hangt af van de situatie van de betreffende werknemer.

Er zijn 4 groepen:

  • oudere werknemers (56 jaar en ouder)
  • arbeidsbeperkte werknemers die nieuw bij u in dienst komen
  • werknemers uit de doelgroep banenafspraak
  • arbeidsbeperkte werknemers die opnieuw worden geplaatst

Onbeperkt loonkostenvoordeel (LKV) arbeidsbeperkte werknemer

Er ligt een voorstel om het simpeler en aantrekkelijker te maken om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen. Je kunt dan onbeperkt loonkostenvoordeel (LKV) krijgen zolang de werknemer bij je in dienst is. (Nu is het voor 3 jaar.) Er is dan ook geen bewijs meer nodig van UWV. Dit is van toepassing indien je meer dan 25 werknemers hebt. De Tweede en Eerste Kamer moeten het voorstel nog goedkeuren.

Aanpassing LKV

Vanaf 1 januari 2026 kan je waarschijnlijk geen loonkostenvoordeel (LKV) meer krijgen voor oudere werknemers van 56 jaar en ouder. De ingangsdatum van deze wetswijziging is nog niet definitief en de wijziging moet eerst nog goedgekeurd worden ​​​door de Tweede en Eerste Kamer.

Doelgroepverklaring

Voor LKV heb je altijd een doelgroepverklaring LVK nodig. Met de doelgroepverklaring laat de nieuwe werknemer zien dat hij in het doelgroepregister staat. De werknemer kan zelf de doelgroepverklaring LKV aanvragen bij UWV of toestemming geven aan de werkgever om dit aan te vragen.

LKV aanvragen

De aanvraag van LKV regel je bij de aangifte loonheffingen. Dat kan zodra je een doelgroepverklaring LKV van de werknemer hebt. De Belastingdienst betaalt het LKV aan het einde van het kalenderjaar automatisch uit. Kijk in het Handboek Loonheffingen van de Belastingdienst bij ‘Loonkostenvoordelen’ of je recht hebt op loonkostenvoordeel.


Lage-inkomensvoordeel (LIV) vervalt

Heb je een werknemer die valt onder het lage-inkomensvoordeel (LIV)? Sinds 2025 vervalt het LIV. Je krijgt geen tegemoetkoming meer in uw loonkosten.

Loonkostensubsidie door de Participatiewet

Neem je een werknemer aan die onder de Participatiewet valt? En die door een arbeidsbeperking minder presteert dan een werknemer zonder arbeidsbeperking? Vraag dan loonkostensubsidie aan bij de gemeente waar de werknemer staat ingeschreven. De werkgever krijgt van de gemeente maximaal 70% van het minimumloon en een deel van de werkgeverslasten vergoed. De voorwaarde is dat het loon volgens de cao of in ieder geval het wettelijk minimumloon betaald wordt.

Betreft het een bedrijf met meer dan 25 werknemers? Dan ben je verplicht om mensen met een arbeidsbeperking aan te nemen. Dit is afgesproken in de banenafspraak.

Vergoeding aan voor aanpassing werkplek

Maakt het bedrijf kosten om de werkplek van de werknemer aan te passen vanwege een arbeidsbeperking? Dan kan de werkgever daarvoor een vergoeding aanvragen bij UWV of gemeente.

Proefplaatsing

Twijfel je of een bepaalde werknemer geschikt is voor een functie? Je kunt iemand die in de bijstand zit of recht heeft op een uitkering van UWV een proefplaatsing aanbieden. Tijdens de proefplaatsing kan deze werknemer ervaring opdoen. De werknemer houdt recht op de uitkering. En de werkgever hoeft geen loon te betalen. Een proefplaatsing is voor 2 maanden. Daarna mag je geen nieuwe proeftijd meer afspreken.

Voorwaarde is dat je de werknemer een dienstverband wil aanbieden van minimaal 6 maanden. UWV moet toestemming geven voor een proefplaatsing. Lees meer over de proefplaatsing en voorwaarden op UWV.nl.

Looncompensatie met een no-riskpolis

Neem je een werknemer met een ziekte of handicap in dienst? Of een werknemer die onder de banenafspraak valt? Dan kan je gebruik maken van een no-riskpolis. Wordt de werknemer ziek? Dan kan de werkgever een Ziektewet-uitkering van UWV krijgen. Hiermee krijg je de kosten terug van loondoorbetaling bij ziekte. Je hoeft geen hogere premie te betalen voor de Ziektewet. Ook niet als de werknemer een WIA-uitkering krijgt.

Je hoeft de no-riskpolis niet vooraf aan te vragen

Als de werknemer ziek wordt, geef je op het formulier aan dat de no-riskpolis geldt. UWV beoordeelt dan of de werknemer een Ziektewet-uitkering krijgt. Check welke voorwaarden er gelden voor de no-riskpolis op UWV.nl.

Loondispensatie voor een werknemer met een Wajong-uitkering

Heb je een werknemer met een Wajong-uitkering of een IVA-uitkering (WIA)? En kan deze door een ziekte of handicap minder aan dan de andere werknemers? Dan kan de werkgever bij UWV loondispensatie aanvragen. Je betaalt dan tijdelijk minder loon. UWV vult het loon aan. Deze loondispensatie voor werknemers met een Wajong-uitkering duurt minimaal 6 maanden en maximaal 5 jaar. Daarna kan er opnieuw loondispensatie aangevraagd worden.